Ik denk nog wel eens terug aan de eerste keer dat ik met vitaliteit kennismaakte, zo’n 2,5 jaar geleden. Ik kreeg een interne training in dit vakgebied, maar één ding vertelde mijn collega’s er niet bij: je kan in je vrije tijd niet meer ‘normaal’ kijken naar de accommodatie waar je overnacht of naar het restaurant of welke vorm van dagrecreatie je dan ook maar bezoekt.
Zo ging het dus ook tijdens mijn vakantie op de Canarische Eilanden een paar weken geleden. Met name tijdens het uitzoeken van het restaurant ‘s avonds kwam mijn ‘vitaliteitsblik’ boven drijven. Je kijkt toch anders naar een restaurant wanneer je inmiddels zoveel horecagelegenheden hebt gescand en ondernemers hebt gesproken. Wat mij vooral opviel, en dat zal iedereen die wel eens in Maspalomas is geweest waarschijnlijk herkennen, is dat de restaurantjes aan de boulevard niet veel soeps zijn. Eigenlijk heel gek, want de ligging van de restaurants is werkelijk perfect: in een drukke omgeving en de terrassen liggen bijna op strand, op zon 50 meter van de zee. Helaas was ‘ligging’ één van de weinig positieve scores geweest als ik hier een vitaliteitsscan had afgenomen.
Uitzonderingen daargelaten, maar over het algemeen hadden al deze restaurants dezelfde menukaart, dezelfde inspiratieloze ‘recht-toe-recht-aan’ tafelopstelling met slecht zittende stoeltjes en een plastic tafel met een kleedje er overheen. Daar begint het met de negatieve scores: geen recreatieve uitstraling, slecht onderhoud, weinig beleving en geen onderscheidend vermogen. ik kon weinig positiefs ontdekken. Investeringen zijn er gezien de staat van alles ook al een tijdje niet gedaan, maar dat kan natuurlijk komen doordat de buffers zijn opgedroogd in deze coronatijden.
De eerste avond hebben we ons, enigszins uit vermoeidheid en een steeds erger wordend honger gevoel, laten overhalen door zo’n propper om bij zo’n tentje te eten en de ervaring was niet best. Het eten was niet lekker, het bier was waterig en het serviceniveau van de bediening was om te huilen. Wat had je ook kunnen verwachten…
Dat kan anders dachten wij bij onszelf. Er zullen toch ook wel vitale restaurants zijn in zo’n toeristische plaats? Toevallig liepen we de eigenaar van de accommodatie tegen het lijf, die ons herkende en aansprak. We vertelden hem over onze diner-ervaring en hij pakte direct pen en papier en schreef direct acht restaurants op een stukje papier waar we, volgens hem, wel terecht konden voor een goede ervaring. Hij kon ons niet laten denken dat er in ‘zijn stad’ geen lekker eten was!
Dus vol goede moed gingen wij naar het restaurant, gelegen buiten het toeristische deel van de stad. Het restaurant lag aan een rustige straat, met weinig doorgaand verkeer en geen parkeergelegenheid. De andere gebouwen in de straat waren niet geweldig onderhouden met veel woningen en bedrijfspanden die wel een schilderbeurt kunnen gebruiken. Qua ligging zeker niet erg aantrekkelijk en waarschijnlijk had dit restaurant daar geen positieve score op behaald. Het eerst pluspunt kwam toen ik me besefte dat er niemand bij de ingang stond om ons naar binnen te praten, heerlijk! Het tweede pluspunt kwam toen we binnen keken: sfeervol aangekleed, een speelse tafelopstelling en een ober die pas aan kwam lopen toen hij zag dat we naar binnen wilden. Ook was er, onzichtbaar vanaf de weg, een binnenplaats waardoor je in de buitenlucht kon dineren. Wat een verschil met de vorige avond. De ligging was zeer matig, maar hier was veel duidelijker ingespeeld op het aanbieden van een leuke en goede ervaring; de menukaart was onderscheidend met lokale en duurzame gerechten, het interieur en de buitenkant was goed onderhouden en het hele restaurant straalde beleving uit. En het eten was heerlijk!
Tijdens onze vitaliteitsonderzoeken kom ik vaak hetzelfde tegen: bedrijven op mooie locaties is geen garantie voor vitaal bedrijf: een ‘locatie-paradox’ is geboren. Door de continue aanwas van nieuwe bezoekers en gasten hoeven deze bedrijven hun bezoekers niet te verleiden tot herhaal bezoek. Ze hoeven geen unieke beleving te bieden om gasten binnen te halen. Bedrijven op minder goede locaties moeten veel harder trekken aan hun gasten; het dwingt ze tot ondernemerschap, weten wat de gast zoekt in zijn of haar vrije tijd, het bieden van beleving en moeite doen om de bezoekers te verleiden om nogmaals terug te komen.
Daarom, voor mij geen restaurants meer aan de boulevards waar het enige positieve het uitzicht is. Geef mij maar de oprecht vriendelijke ober, het heerlijke lokale eten en de sfeervolle inrichting.
Meer weten over vitaliteit van dag- of verblijfsrecreatie? Neem gerust contact op.