LeefbaarheidNieuwsTinco Lycklama

Waar staan we in Nederland als we de balans opmaken rondom de draagkracht van bestemmingen? Drie jaar geleden verschenen de nationale visies ‘Waardevol toerisme’ en het ‘Perspectief 2030’. Hoewel het begrip draagkracht al langer bestond, won het hiermee enorm aan belangstelling.

Maar wat zien we daarvan nu terug in het beleid en uitvoering? Ik geef hierop mijn persoonlijke visie, gebaseerd op mijn eigen adviespraktijk. Laat ik beginnen met mijn positieve kijk hierop uiteen te zetten, gevolgd door een inkijkje in mijn hersencellen waarin dilemma’s opgeslagen zijn.

Wat verstaan we onder draagkracht van bestemmingen?
De draagkracht van de bestemming duidt op het vermogen van een bepaalde bestemming om bezoekers te ontvangen, zonder dat negatieve gevolgen optreden.

 

Er is al veel bereikt

Door de zonnebril bekeken is er gewoon ontzettend veel gebeurd. Het gedachtengoed rondom draagkracht heeft zijn weg gevonden in de beleidsarena van provincies, gemeenten, beheerders, DMO’s en ondernemers. De vraagstukken variëren, van bestemmingen waar de grens van de draagkracht al zo’n beetje bereikt is, tot gemeenten waar nog veel ontwikkelruimte is en verschillende initiatiefnemers op de deur kloppen. Het beeld dat dit onderwerp alleen speelt op ‘enkele hotspots’ strookt dan ook niet met mijn beleving. Ook neemt de aandacht voor ‘de inwoner’ in de totstandkoming van beleid enorm toe. Dit is zichtbaar door de vele verzoeken die we krijgen om inwoners te bevragen over de relatie ‘toerisme en leefbaarheid’. Hun stem telt mee in beleid. De focus is zich zelfs ook wat meer aan het verleggen van toerisme naar recreatie. En als derde positieve punt wil ik de ontwikkeling van instrumenten noemen die bezoekersstromen in kaart brengen (monitors) en ook al studies die de effectiviteit aantonen van het spreiden van bezoekers door slimme informatievoorziening. Dus het thema draagkracht bereikt ook al de uitvoering.

Diegene die na het lezen van voorgaande paragraaf op een roze wolk is beland, wil ik vragen daar toch vanaf te komen. Ik deel graag enkele dilemma’s rondom draagkrachtonderzoek met u.

 

Dilemma’s

  • Objectief of subjectief? Draagkrachtonderzoek maakt idealiter gebruik van objectieve, feitelijke data. Zo voorkom je dat beleid wordt gebaseerd op zoiets subjectiefs als beleefde impacts. Ik zie u ‘ja-knikken’, en inderdaad uw buurvrouw van 80 jaar kan drukte anders beleven dan u zelf. Maar bekijk het eens van deze kant, een inwoner kan wel een oordeel geven; ik vind het wel te druk of niet te druk. Iets wat bij alleen monitoring van bezoekers ontbreekt. Ook een druktemonitor moet uiteindelijk een stoplichtje produceren met groen, oranje of rood. En wie bepaalt die grens? Op dit moment ontbreekt het vaak nog aan uniforme normen die de grens van de draagkracht eenduidig in beeld brengen. Als het bijvoorbeeld gaat om draagkracht van de natuur, is de ecologische draagkracht nog relatief onontgonnen terrein. Op dit moment is het dus goed om zowel bezoekerscijfers te bekijken als de boswachter of beheerder te vragen naar een oordeel over de draagkracht.
  • Causale relatie met toerisme. Nog lastiger wordt het wanneer we proberen draagkracht te operationaliseren met criteria waarbij het oorzakelijk verband met toerisme niet éénduidig is. Een voorbeeld: wanneer is de parkeerdrukte te groot? Komt dit door bezoekers of inwoners? Of is er sprake van verdringing op de woningmarkt door stijgende (huizen)prijzen? En wat is het aandeel van particuliere verhuur hierin? Je ziet dat het niet eenvoudig is een causale relatie aan te brengen.

 

Tot slot

Laat één ding duidelijk zijn, ons werkveld is in ontwikkeling en we mogen trots zijn op wat er is bereikt. Mijn indruk is dat naast (objectieve) cijfers, er op dit moment twee goede manieren zijn om  draagkracht in beeld te brengen: inwonersonderzoek als het gaat om leefbaarheid (sociale aspecten) en expert judgement als het gaat om de fysieke domeinen van de leefomgeving. Wij organiseren ook vaak ‘balanstafels’ om de cijfers samen met experts te interpreteren en duiden. Dat leidt tot heldere resultaten.

Het ontbreken van eenduidige gegevens mag mijns inziens ook geen excuus zijn om er niet mee aan de slag te gaan! Gelukkig zie ik ook dat veel kennisorganisaties hiermee actief zijn, zoals CELTH en het NBTC en ook veel regionale DMO’s. En niet alleen kennisorganisaties, maar ook gemeenten, provincies en terreinbeheerders, die ermee aan de slag gaan. Ik wens iedereen succes met het werken aan dit mooie thema en ben ervan overtuigd dat een ‘wrap up’ over drie jaar weer hele mooie nieuwe resultaten oplevert!

Wilt u meer weten over draagkrachtonderzoek? Neem dan contact op met Tinco Lycklama (contactgegevens).

Auteurs

Tinco Lycklama ruimte vrij tijd waardevol toerisme visie beleid recreatie balans leefbaarheid

Senior adviseur & partner

Krachtige realist die relatie gedreven werkt.

Neem contact op